Vraagbaak

 
Heb je een vraag over autisme in het algemeen, over autisme bij jezelf of in je gezin, of wil je graag een suggestie doen voor deze website, vul dan onderstaande luik in. Geef ook aan of je graag wil dat je naam bij de vraag komt, of niet.

 

Vraag 1:

Jari is 9 jaar, en heeft autisme. Cadeautjes krijgen is altijd een probleem. Hij is dol op cadeautjes, denkt nu al aan Kerstmis. Toch weten we dat het vaak tegenvalt. Hij blijft maar raden: wat zou er in dit pakje zitten, wat zal ik van oma krijgen,... Omdat hij zo nerveus wordt, kan hij er uiteindelijk maar weinig van genieten. Hoe kunnen we dit oplossen?


 

Antwoord:


Cadeautjes krijgen is voor alle kinderen feest. Deels omdat ze iets leuks krijgen, deels omdat er een verrassingsaspect bij is. Dit laatste maakt het spannend. Voor veel kinderen met autisme wordt het een beetje té spannend. December is een feestelijke maand. Feesten, en cadeautjes, doorbreken de dagelijkse routine.

 

Voor kinderen met autisme is dit soms moeilijk, en mogelijk voor Jari ook. Hij weet niet wat er precies zal gebeuren, hij weet niet wat er in de pakjes zit. Voortdurend vraagt hij ernaar, mogelijk vanuit zijn eigen onzekerheid. Als de routine wegvalt, is het belangrijk om een kind met autisme goed voor te bereiden op de komende gebeurtenissen. Het kan helpen om de planning van het kerstfeest te overlopen: waar zal dit doorgaan, hoe laat zal het beginnen, wie zal er bij zijn, tot wanneer zal het duren, wat zal er gegeten worden, wanneer worden de cadeautjes uitgedeeld, hoe worden ze uitgedeeld, enz. Ook de cadeautjes zelf kunnen worden voorbereid. Sommige kinderen en jongeren met autisme vinden het fijn om zelf te kiezen, of ze willen op voorhand weten wat ze zullen krijgen, en van wie. Het is niet omdat je zelf van verrassingen houdt, dat je zoon of dochter dit ook doet. Met Kerstmis wil je dat je kind blij is, niet zozeer dat hij of zij leert om zich aan te passen. Soms worden kerstcadeautjes zelfs samen met het kind ingepakt! Het is wel een goed idee om de dagelijkse routine ook in de kerstvakantie zoveel mogelijk te bewaren: eetmomenten, slaaptijden, en andere gewoonten blijven best behouden.

 
 

 

 

 

 

 

Vraag 2:

Mijn dochter met autisme, 5 jaar, houdt niet zo van knuffels en kussen. Soms kruipt ze bij mij op schoot tijdens het TV-kijken ’s avonds, maar ze heeft een hekel aan het ‘standaard’ kussen bij het aankomen en vertrekken van familie en vrienden. In mijn familie wordt hier heel veel belang aan gehecht. We krijgen regelmatig kritiek ; onze dochter zou onbeleefd en dus natuurlijk slecht opgevoed zijn, omdat ze zonder iets te zeggen aankomt en vertrekt.

 

 

Antwoord:


Veel kinderen en volwassenen met ASS houden niet – of op een andere manier dan de meeste mensen – van lichaamscontact. Mogelijk is de onvoorspelbaarheid een probleem (soms komt een kus harder of anders aan dan verwacht), mogelijk is men overgevoelig voor aanraking of geur (vb: natte kus, geur van parfum of tabak, lippenstift). Het is belangrijk om rekening te houden met de nood van je kind. Je kind is niet verplicht om aanrakingen te verdragen die het niet wil. Je kan aan de familie uitleggen dat dit een lastig punt is. Wellicht geef je ook andere informatie over het autisme van je kind, zodat iedereen rekening kan houden met haar eigenheid.

 

Aan de andere kant is het even belangrijk om je kind iets te leren over het effect van haar gedrag op de omgeving. Op een rustig moment kan je met haar bespreken dat bepaalde mensen het niet prettig vinden dat ze niets zegt bij het binnenkomen en bij het weggaan. Het lijkt misschien alsof ze deze mensen niet leuk vindt, het is eigenlijk niet erg beleefd, enz. Je kan samen zoeken naar alternatieven: een hand geven, duidelijk ‘hallo tante’ of ‘goeiemorgen opa’ zeggen, zwaaien, een liedje zingen, het kan allemaal. Als aankomst en vertrek echt moeilijke momenten zijn, kan je ook een korte ontdooitijd inlassen. Sommige kinderen vinden het fijn om een minuutje rond te lopen, vóór ze netjes komen ‘dag’ zeggen of zelfs een babbeltje komen slaan.




Vraag 3:

Onze zoon heeft autisme, en geraakt snel uit zijn evenwicht.
Het is bijvoorbeeld stresserend voor hem om samen met het gezin te eten, om TV
te kijken (tenzij hij zelf de programma's kiest), of om bezoek voor ons ouders
in huis te hebben. Moeten we hem dwingen al deze zaken toch mee te doen en te
verdragen, ook al merken we dat dit vooral veel stress met zich meebrengt, of
moeten wij ons aan hem aanpassen?


Antwoord:

We willen onze kinderen opvoeden tot verantwoordelijke
volwassenen, die kunnen samenwerken, die zich kunnen aanpassen aan nieuwe of
moeilijke omstandigheden, die sterk zijn en doorzettingsvermogen hebben.
Anderzijds willen we onze kinderen ook gelukkig zien, hen beschermen, en
behoeden voor teveel stress. Het is belangrijk om je bewust te zijn van dit
spanningsveld. In al je beslissingen is het immers de vraag wat je laat
primeren: het opvoedende (maw je kind moet zich aanpassen), of het comfort (maw
de omgeving moet zich aanpassen). Als ouder sta je dicht genoeg bij je kind om
aan te voelen wat voor hem stress veroorzaakt, en wat hij wel of niet aankan. Het
is cruciaal dat je kind zich globaal goed voelt in je gezin en woning. Anders
kan hij ook niets leren, binnenshuis of buitenshuis. Immers, als het
stress-niveau constant te hoog ligt, moet alle energie geïnvesteerd worden in
'overleven'. Toch sta je als ouder ook in de maatschappij, en heb je de taak om
je kind hierop voor te bereiden. Hij moet met tegenslagen leren omgaan, hij
moet leren om zich aan te passen aan nieuwe situaties, om zaken te doen die hij
niet graag doet, om samen te werken en compromissen te sluiten. Het gezin kan
hiervoor een heel goede leerschool zijn. Laat je kind dus niet de hele tijd
alles bepalen in je gezin! Dit voelt wel heel comfortabel voor je kind, maar
hij leert er niets mee (behalve misschien een tiranniek houding) en het is ook
niet prettig voor de andere gezinsleden. Bovendien is het voor iedereen veilig
als er regels zijn. Bijvoorbeeld: iedereen eet samen, rond de tafel, zonder tv.
Je probeert een gezinsklimaat op te bouwen waar met iedereen wordt rekening
gehouden, waar naar iedereen geluisterd wordt. En je steunt je kind met
autisme, zodat hij zichzelf leert kennen, met zijn sterktes en beperkingen, met
zijn stressgevoeligheid. Zo kan hij zich binnen en buiten het gezin ontplooien:
hij leert aangeven waar hij het moeilijk mee heeft, hij leert oplossingen te
bedenken voor praktische en andere problemen, hij leert zich aanpassen waar dit
mogelijk en zinvol is.




Vraag 4:

Mijn zoon Bert, 17 jaar, studeert Latijn-Wetenschappen. Bert
is intelligent, en kwam goed mee in het college tot en met het vierde
Secundair. Nu vlot de studie niet meer, omdat hij zich er niet toe kan brengen
om te studeren. Bert zou moeten leren plannen, en investeren in een goede
studiemethode. Als ouders (allebei in het onderwijs, en goed thuis in het
domein van 'leren leren') willen we Bert hierbij helpen, maar dat maakt hem
alleen maar bozer. Hij lijkt zich meer en meer terug te trekken op zijn kamer,
terwijl we minder en minder zicht hebben op wat hij doet.


Antwoord:

Jongeren met autisme vinden het vaak moeilijker om hun werk
praktisch te organiseren. Veel jongeren met autisme lopen op dat vlak jaren
achter op hun leeftijdsgenoten. Toch willen zij ook graag groot en zelfstandig
zijn, en ook op een volwassen manier behandeld worden. Ook hulp vragen of
aanvaarden ligt gevoelig; zij stellen zich niet graag kwetsbaar op, en vinden
het zelfs lastig om inhoudelijke vragen te stellen over de leerstof. Als uw
kind niet graag hulp krijgt van u, kan u best extern hulp zoeken. Een
auti-coach of studiebegeleider kan een grote hulp betekenen, op voorwaarde dat
uw kind akkoord gaat met deze extra begeleiding. Om de motivatie te vergroten,
is het goed om uw kind te betrekken bij de praktische regeling: hoeveel hulp,
wie, waar en wanneer? Helaas moeten sommige jongeren eerst ervaren dat het niet
lukt zonder hulp, één of meerdere keren met hun hoofd tegen de muur lopen... Het
is dan belangrijk dat de relaties binnenshuis niet verzieken: probeer om -
ondanks alle frustraties van uw kant en koppigheid van de kant van uw zoon -
toch een positieve sfeer te bewaren. Zo heeft uw kind later de kans om toch nog
op uw aanbod in te gaan. 


 

 

 

 

 

vraagbaak